-
1 portée
portée [portee]〈v.〉3 draagvermogen ⇒ laadvermogen, draagvlak, -balk4 strekking ⇒ kracht, betekenis, belang♦voorbeelden:portée d'une grue • vlucht van een hijskraanportée de radar • radardrachtà portée de la main • binnen handbereikf1) draagwijdte, bereik4) belang5) worp [dier]6) notenbalk -
2 être hors de portée
être hors de portée
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский